Een gezonde snack zonder tarwe en suiker, klinkt lastig he? Nou, dat is het zeker niet! Met een paar tips en een heerlijk receptje kom je al een heel eind.

Tip 1:

De grote truc is om te proberen geen voorverpakte koekjes, chips of zoetigheid te kopen. In voorverpakte producten zit namelijk naast veel zout ook erg veel suiker wat vaak helemaal niet nodig is.

Tip 2:

Er zijn heel veel alternatieven voor tarwe en suiker. Zo kan bijvoorbeeld een banaantje door je havermout al zorgen voor een lekkere zoete smaak. Wil je wat lekkers bakken? Een cake kun je ook prima maken op basis van amandelmeel en/of havermeel. Kortom: een beetje creativiteit in de keuken maakt het leuker en gezonder!

Wat dacht je bijvoorbeeld van deze heerlijke kokosballetjes? Ze zijn gezond, makkelijk en ook geschikt voor de kids!

Rauwe cacao, dadel en kokosballetjes:

  • 12 ontpitte dadels
  • 100 gram gemengde nootjes, bijvoorbeeld amandelen, pecannoten en walnoten (ongebrand en ongezouten)
  • 1 eetlepel chiazaadjes
  • 40 gram rauwe cacaopoeder
  • 1,5 eetlepel kokosolie
  • klein beetje kokosrasp

Bereiden:

  1. Laat de dadels een kwartiertje weken in warm water zodat ze zachter worden. Doe de noten, cacaopoeder, kokosolie en de chiazaadjes in een keukenmachine en voeg de dadels hier aan toe (bij voorkeur gebruik je hier een vrij stevige keukenmachine voor).
  2.  Mix dit totdat de ingrediënten goed gemengd zijn. Maak er vervolgens balletjes van (lekker met je handen!) en rol deze door de kokosrasp.
  3. Zet ze even in de vriezer want dan worden ze wat steviger. Dit is de ideale snack vol vitamines, vezels en goede vetten. En niet te vergeten: lekker zoet maar dan zónder tarwe en suiker!

Tip: toevallig geen dadels in huis? Het kan ook met rozijnen of abrikozen (wel bij voorkeur eerst even laten weken). Want dan worden ze wat plakkeriger en kun je beter bolletjes vormen!

Tekst: Maartje Meijers

 

Disclaimer: Dit artikel is informatief bedoeld. Het is geen vervanging van medische diensten en informatie. Raadpleeg bij twijfel en medicijngebruik altijd een huisarts of behandelend arts.

Gerelateerde berichten